Het begint met een vraag
Column door Marco Visser Regelmatig moet ik mij te binnen brengen dat ik niet weet hoe een ander zich voelt. Je gaat als predikant bij mensen op bezoek, iemand vertelt in alle vertrouwen haar of zijn verhaal: vreugde, hoop, verdriet, onzekerheid, gemis… dingen die ik misschien ergens herken. ‘Ik begrijp het,’ hoor ik mijzelf dan soms zeggen. Maar klopt dat? Die ander, in al zijn andersheid, wat snap ik ervan? Kan ik dat peilen: hoe die ander zich voelt, wat zij nodig heeft? Of, ook zo’n zinnetje: ‘Weet je wat jij moet doen?’ En dat je dan vooral zélf weet wat die ander moet doen. Of, dat grote mensen in de kerk gaan zitten bedenken welke dingen we voor de kinderen allemaal kunnen organiseren. ‘Dit vinden ze altijd zo leuk, dit is echt iets voor hen!’ Hebben we het ze al gevraagd? Of, dat we in Schiebroek-Noord zeer welwillend al helemaal weten wat er fijn zou zijn voor de nooddruftigen in Schiebroek-Zuid… Een blinde mens zit bij de poort van Jericho te bedelen. Hij hoort dat er een menigte aankomt en dat Jezus daarbij is. Hij begint te schreeuwen: Ontferm je over mij! Mensen leggen hem het zwijgen op, dat hoort niet, je bent een stoorzender. Maar Jezus laat hem komen. En dan vraagt hij hem: ‘Wat wil je dat ik voor je doe?’ Wat een vraag! Wat wil een blinde anders dan kunnen zien? Nou ja, om precies te zijn: hij had om ontferming geroepen. Maar wat is dat? Wat is dat voor déze mens? Misschien (maar ik weet het niet!) is het meer nog zijn eenzaamheid? Dat hij niet ziet, maar ook niet gezien wórdt? De mond gesnoerd. De ontmoeting met Jezus breekt zijn wereld open. Geeft hem zijn stem terug. Niet van bovenaf, geen goddelijk ‘Ik weet precies wat jij nodig hebt!’ Nee, het begint met een vraag. Verandering, bevrijding begint met zoiets kleins als het stellen van een vraag. Dat is: loslaten. Je eigen plan loslaten. Het beeld dat je van die ander had, loslaten. Radicale openheid voor haar, voor hem: Zeg het maar. Zeg mij wie jij bent. Want ik begrijp jou niet, nog niet. Ik snap jou niet, omdat je een ander bent dan ik. Daar begint ontmoeting. Daar begint een waarachtig, vrij, rechtop, sprekend menszijn. En dan – als de vraag is gesteld en de nood is gezegd, als de mens zijn stem heeft gevonden, als de mond heeft gesproken en het oor heeft gehoord… ja dan, tenslotte, gaan de ogen ook open. Dan is er een echt zien. | ||
terug | ||