Geduld

Geduld
Column door Marco Visser

Advent is de tijd van de verwachting, het zijn de weken van de hoop. We worden bepaald bij de toekomst. Dat er iets – iemand – op ons toe komt. We steken kaarsen aan en wakkeren zo het verlangen aan. En tegelijk realiseren wij ons des te meer dat wij die toekomst niet ‘hebben’. Er moet gewacht worden. Zo is de Advent dus vooral ook een oefening in: met lege handen staan. Het uithouden met het ‘nog niet’. De kern van het geloof is ons vreemd, het is niet ‘van ons’, we beschikken er niet over. Advent is leren wachten, oefening in geduld.  

Wel een vreemd geluid in de wereld waarin wij leven. Wij zijn er inmiddels aan gewend dat wij kunnen pakken wat we willen, en wel meteen. Vandaag besteld, morgen in huis. De Duitse socioloog Hartmut Rosa schreef er een boek over: Onbeschikbaarheid. Hierin legt hij de vinger op deze zere plek in onze samenleving: wij willen over de dingen beschikken en – denken dat dat kan. Wij kunnen niet meer wachten, wij willen pakken, regelen, kopen. Daarbij heeft hij het inderdaad over de eindeloze stroom spullen die we met twee muisklikken in huis kunnen halen, maar ook over emoties, ervaringen en relaties. Inmiddels kun je de liefde net zo ‘scoren’. En een ‘onbeschrijfelijke ervaring’ kun je bij een reisbureau tegenwoordig gewoon boeken.

Rosa schrijft dat wij hierdoor vervreemd zijn geraakt van de wereld en van onszelf. Dat we aan de oppervlakte blijven, dat we leegte voelen. Namelijk omdat datgene wat ons werkelijk tot mensen maakt, zich nu eenmaal niet laat organiseren. Dat is de leugen van de reclame, misschien wel de grote leugen van onze tijd. Vriendschap, liefde, ontroering, troost… die dingen zijn geen dingen, die zijn niet beschikbaar. Een ervaring van schoonheid kun je niet kopen, daar kun je alleen op hópen. Je kunt het zoeken, je kunt erheen op weg gaan, maar dan nog. Of het zich dan ook werkelijk aandient…? Dat vraagt om geduld.

De Advent helpt mij, ongeduldig mens. Helpt mij met verhalen van hoop en liedjes van verlangen. Helpt mij om mijn organiserende handen even te laten rusten en des te meer te verwachten. Loslaten, afblijven. Bidden, luisteren. Tot het gebeurt. Tot hij komt. Zo schrijft Ida Gerhardt:

Over de eerbied I

Gij moet het eenzaam laten
het zaad dat ligt te slapen
en dat al kiem gaat maken.

Dit eerstelingsbewegen
van leven binnen leven
vermijd het te genaken.

Laat het stil in zijn waarde
zaad in de donkere aarde;
zaad in de donkere aarde.

En het zal groen ontwaken.
 
terug