Bonhoeffer, Gandhi en verzet
![]() Column door Mirjam Visser Fuchs Op 9 april was het 80 jaar geleden dat Dietrich Bonhoeffer door de Nazi’s in het kamp Flossenbürg werd vermoord. Hij was op zoek naar hoe hij in de geest van de Bergrede kon leven en worstelde met de vraag hoe hij moest omgaan met het geweld en de ideologie van het Nazi-regime. Hij zocht naar een geweldloze manier van verzet tegen de maatregelen van Hitler, die voor hem heel duidelijk tegen het evangelie ingingen. Hoe kun je Jezus’ woorden in de praktijk brengen op het moment dat mensen onderdrukt worden? Hoe ziet verzet eruit als je tegelijkertijd wilt leven naar wat Jezus vraagt? Maar ik zeg jullie, zegt Jezus: Verzet je niet tegen het kwade; als iemand jou op je rechterwang slaat, keer hem ook de andere toe. (Mat. 5:39) Kan dit? Hoe wordt dit concreet? Vragen die in onze actualiteit weer indringend actueel worden. In zijn tijd in Amerika in 1930-1931 werd Bonhoeffer duidelijk dat niet de nationale identiteit bepalend is, maar de levende gemeenschap met Christus over grenzen van volkeren en culturen heen. Daarbij werd hij geïnspireerd door het geweldloze verzet van Mahatma Ghandi. Vijf jaar geleden (in 2020) werd er een brief uit 1934 van Bonhoeffer aan Gandhi ontdekt, waarin Bonhoeffer vraagt of hij een paar maanden bij Gandhi mag doorbrengen om uitgebreid met hem en zijn beweging kennis te kunnen maken. Hij schrijft: “Wat wij daarom in onze landen nodig hebben, is een werkelijk geestelijke, levende christelijke vredesbeweging. Het westerse christendom moet herboren worden uit de Bergrede.” Dat hoopt hij bij Ghandi te vinden. “Ik weet natuurlijk, dat u geen gedoopte christen bent, maar de mensen van wie Jezus het geloof het meeste prees, behoorden in zijn tijd ook niet bij de officiële kerk.” Uiteindelijk kwam het er niet van en ging Bonhoeffer niet bij Gandhi op bezoek. In 1935 nam hij de leiding over van het seminarie van de ‘Bekennende Kirche’, het deel van de Duitse protestantse kerk dat niet met de nazi-ideologie meeging. Door de steeds urgenter wordende situatie in Duitsland besloot hij dat er geen tijd te verliezen was. In de loop van de jaren die nog zouden volgen, werd duidelijk dat verzet voor Bonhoeffer niet passief kon blijven. En ook dat Gandhi’s geweldloosheid in zijn situatie niet het laatste antwoord kon zijn. Hij wilde en kon het onheil niet afwachten, maar wilde meehelpen het af te wenden. Zo raakte hij betrokken bij de voorbereidingen van een aanslag op Hitler. De weg naar bevrijding lag voor hem tenslotte in het dóen. In 1944 schreef Bonhoeffer een aantal gedichten in de gevangenis: Daad Niet zomaar willekeurig, maar resoluut het goede wagen en doen. Niet blijven zweven tussen mogelijkheden. maar onbevreesd de werkelijkheid aangrijpen. Vrijheid woont niet in verheven gedachten, alleen in het doen. Laat angst en aarzeling los, ga de storm in waar het leven gebeurt, slechts gedragen door Gods Woord en je geloof: juichend zal de vrijheid je geest ontvangen. (uit het gedicht: Stadia op de weg naar vrijheid, 1944) Ook onze tijd daagt ons uit na te denken over verzet. Hoe staan wij op tegen tendensen van discriminatie, bijvoorbeeld tegenover vluchtelingen of de queer gemeenschap? Hoe moeten we antwoorden op de oorlogen en het geweld tegen mensen die weerloos zijn? Hoe komen wij in actie voor mensen die geen stem hebben? Hoe dragen we bij aan verbinding in plaats van dat we steeds meer tegenover elkaar komen te staan? Bonhoeffers gedachten kunnen ons inspireren hiermee verder te komen. Mirjam Visser-Fuchs Predikant Lutherse Gemeente Rotterdam (Afbeelding: Scott Erickson | Substack) | ||
terug | ||